A tribe called questionable #8

Nieuwsgierigheid is de beste vorm van PR en niemand weet zichzelf sneller te mobiliseren dan een ramptoerist. Elke film heeft te maken met ‘zwevende kijkers’, mensen die hun bioscoopbezoek af laten hangen van een trigger. Niet zozeer een trailer of een recensie maar een reactie die heviger en, bij voorkeur, collectiever is. Een controverse met als invalshoek ‘hilariteit vs. historie’ heeft natuurlijk niet genoeg sjeu en dat er binnen de zwarte gemeenschap zeer uiteenlopende opvattingen over een film zijn is leuk voor erbij maar het is echt niet iets waar wit Nederland de krieltjes voor stuk laat koken. Zwarte mensen zijn immers ‘altijd boos, overgevoelig en een slecht publiek voor zelfspot’. Toch ‘doen ze nooit iets al te drastisch’ dus als er nu ineens een doodsbedreiging komt… jeetje, dan wil je ‘best een avondje naar de bios om de volgende dag mee te kunnen praten over alle heisa’. Of deze bezoekers de drukte nu begrijpen of niet… het zal de kaartverkoop een kosjere worst zijn: een verkochte kaart is een verkochte kaart.

Vuijsje’s claim doet me denken aan die van Morton Downey jr., de Amerikaanse talkshow host die twee jaar lang een groot televisiesucces was. Morton was Jerry Springer avant la lettre, niets neutraler dan hysterie kon rekenen op zijn aandacht en dat ging goed tot 1989. Hij kreeg te maken met drama’s van kijkcijfers en toen was daar De Aangifte. Volgens Downey jr. was hij in één van de toiletten op het vliegveld van San Francisco aangevallen door Neonazi’s. De schade? Een op zijn voorhoofd gekladderd hakenkruis en een mislukte poging om zijn haar te scheren. De jongeman die werd aangeklampt als getuige geeft echter aan nooit een groep nazi’s te hebben gezien en de swastika stond in spiegelbeeld. Het publieke oordeel dat het hakenkruis omgekeerd was omdat de beste man het zelf en in de spiegel kijkend op zijn voorhoofd had getekend werd snel geveld. Slechts de domheid overtreft de tragiek.

Downey jr.’s wanhoopsactie was niet de eerste en is ook absoluut niet de laatste in z’n soort. Want wat is voor aandachtjunks nu angstaanjagender dan de houdbaarheid van hun persoonlijke relevantie? De verfilming van Vuijsje’s fantasie zorgt nu voor een hoop controverse maar het is niets wat niet doodgekauwd zal worden door de tand des tijds: zelfs de meest oplettende massa onthoudt vaker het syndroom dan de symbolen. Het door Vuijsje opgerispte verhaal is namelijk niets nieuws en zowel de film als het boek klinken als de fetisjistische crackdroom van een door Jungle Fever geïnspireerde sekstoerist die wanneer niemand het hoort “Lekker wijf…” sist naar een Sarah Baartman-poster. Ik schrijf ‘klinkt’ omdat ik mezelf alles wat voortkomt uit deze op papier gedroogde natte droom bespaar: ik kan het mijn stapel met een aantal nog ongelezen verhalen en essays van onder andere Octavia Butler, bell hooks, Ngũgĩ wa Thiong’o en R. Dobru namelijk niet uitleggen waarom ik ze voor een Vuijsje zou laten liggen. Maar niet getreurd… de formule is me bekend. Zijn volgende boek gaat ongetwijfeld over een ‘dikke’ witte vrouw (niet Joods, tho’… we houden het netjes) die is verlaten door haar saaie, nog wittere man en die toevallig terecht komt in Afrika (het land, niet het continent) waar ze gedurende de gehele trip belaagd wordt door zwarte mannen in tijgerspeedo’s. Ook zal firma Vuijsje druk onderhandelen over de musicalversie van zijn boek.

Terug naar het nu. De film draait, de meningen zijn gevormd en wanneer er niets opmerkelijks gebeurt zal ook dit zonder al te veel golven richting de verre horizon kabbelen. Vuijsje is echter te ijdel voor een snooze moment dus het wachten is nu op zijn eerste aangifte van mishandeling. De politie gaat op zoek naar wat zij beschrijven als “een negroïde man, waarschijnlijk van Surinaamse, Antilliaanse of Afrikaanse afkomt, met rastahaar en een opvallende gouden tand. De verdachte heeft een tatoeage in zijn nek en op het moment van het misdrijf droeg hij een zwarte trui met capuchon, een donkerblauwe spijkerbroek en buitengewoon schone sportschoenen.” De woeste, in de richting van Kraaiennest gevluchte ‘dader’ wordt nooit gepakt. Tijdens een niet lang daarna georganiseerd praatprogramma roept Vuijsje de zwarte gemeenschap op tot kalmte. Zijn nog ietwat beurse gezicht straalt van empathie. “Ik ben niet boos op jullie,” zal hij verzekeren. “Ik sta nog steeds achter de film en ik ben niet bang voor één of andere brada die niet tegen een grapje kan.” De crowd joelt enthousiast en terwijl hij subtiel naar de tafel met merchandise knikt, stuurt hij het gesprek in een andere richting. Vuijsje is namelijk the bigger man.

Wanneer de film en haar controverse ondergesneeuwd dreigen te raken door de zwartepietdemonstraties en –discussies volgt er een tweede incident. Het geweld is groffer, de kneuzingen ernstiger. Crime scene? Zijn woning. Vier donkere mannen laten hem alle hoeken van de woonkamer zien en intimideren hem door middel van met straattaal doorspekt antisemitisme. Vanzelfsprekend nemen ze ook de sieraden van zijn vrouw mee. Tijdens deze aangifte geeft hij aan slechts één van de jongens goed gezien te hebben en de politie komt bij het maken van de compositietekening potloden te kort om in te kleuren hoe donker deze dader is. In plaats van voor de KFC op het Bijlmerplein stationeert AT5 de camera’s nu op CS en Pauw en Witteman proberen samen met Howard Komproe (mr. Negerdag), Eva Hoeke (ervaringsdeskundige circa ‘Niggabitch’), Patrick Lodiers (kenner sinds zijn 10 weken lange excursie in de Bijlmer) en Negativ na te gaan wat er nu eigenlijk aan de hand is. De politie zoekt publiekelijk verder totdat zij aan de hand van een anonieme tip vermoeden dat de hoofdverdachte “waarschijnlijk naar Pariemaribo [sic] is gevlucht.” Waarschijnlijk, ja.

Doodsbedreiging? Zelfs voor het brein van Vuijsje is dat wel erg fantasieloos. Iemand zal ongetwijfeld een keer in zijn eten spugen of zijn wagen krassen maar moord op basis van ‘kunst’ is vaak gekoppeld aan een relevantie en impact die ik hem niet snel zie vervullen. De woede vanuit de gemeenschap wil absoluut niet zeggen dat Vuijsje een memorabele pionier is op het gebied van kolonialistisch fetisjisme; het betekent wel dat wat we zien ons nog steeds niet bevalt.

Sisser? Dit loopt af met een tjoerie.

Advertisement

About Zeefuik

Zeefuik is an Amsterdam based writer and organizer whose work focuses on imagery, representation, anti-Black racism, (digital) archives and the undocumented members of the Black communities in the Netherlands.

Posted on October 16, 2012, in Uncategorized. Bookmark the permalink. Comments Off on A tribe called questionable #8.

Comments are closed.

%d bloggers like this: