GPNL: Hiphop – halve finale #1

Als de avond in Paradiso een indicatie is van wat we tijdens de laatste twee halve finales in Apeldoorn en Haarlem mogen verwachten dan heeft zelfs boombappend Nederland dit jaar weinig te klagen. Maar ook De Rest zal zich welkom voelen: zoals het er nu naar uitziet wordt iedere Hiphop-playlist vertegenwoordigd en eer aan gedaan. Voorspellend of niet, de optredens van Free Quincy, Servinio, Cal, Kingstreet, Soskop en Ronnie Flex vormden een show die zichzelf, zelfs in deze ontwikkelende fase, makkelijk de brutaliteit kan veroorloven om zich met de finale van vorig jaar te meten.

“De illste… sorry, de eerste deelnemer…” Van de eerste toon tot de laatste noot bewijst Free Quincy dat de aankondiging van MC Fit meer is dan slechts een Freudiaanse verspreking. Tijdens hun ijzersterke set tonen MC’s Mizztamizzo en Ell-I-Dee dat de verzilvering van nostalgie niet per se als vroegâh hoeft te klinken. De ruimte tussen voorbereiding en spontaniteit wordt gedurende de hele show benut en er is geen uit misgunnerij geboren fabel geloofwaardig genoeg om Free Quincy’s onvermijdelijke finaleplek in twijfel te trekken. De appel valt niet ver van de Bijlmer en ook deze heren komen hard genoeg om al hun medehalvefinalisten met huiswerk naar huis te sturen. Van de interactie met het publiek tot de dynamiek tussen de twee MC’s, van de beats tot de content… bij Free Quincy leun je alleen boos tegen de muur wanneer je bang bent om te vergeten voor wie je eigenlijk gekomen bent.

De lat lijkt weg gesmeten. Het is moeilijk voor te stellen wie na deze aftrap de bal hoog weet te houden maar Soskop houdt zich meer dan kranig. De show rockt, de rhymes rollen en de Soesterboeren representen tot de max. Soskop’s teksten zijn maatschappijkritisch zonder te preken en volledig zonder te slepen. Eén van de nummers met als refrein ‘Voel wat ik zeg maar raak me niet aan/ kijk naar me maar zie me niet staan’ doet qua gevoel aan Typhoon’s voordracht van “Vlieger” tijdens één van edities van de spoken word-serie Crimejazz denken en het moge duidelijk zijn dat de Nederlandse Hiphop scène er een dichter bij heeft.

Wanneer de derde deelnemer wordt aangekondigd als “lid van de formatie Nebulon” schieten een paar wenkbrauwen de lucht in en worden er wat keeltjes geschraapt. Niet geheel onverwachts want perceptie is soms belangrijker dan de waarheid. Is het eigenaardig wanneer we via de Facebook fan page van Nebulon worden opgeroepen om op Servinio te stemmen terwijl Akwasi in de Hiphop-jury zit? Misschien. Verdient het dezelfde verontwaardiging zoals die zich in augustus 2008 over de Hiphop-categorie, het juryschap van Roger Brouwn maar vooral over de deelname van Turk uitstortte? Absoluut niet en het zou jammer zijn als dit een schaduw op Servinio’s shine zou werpen. Niet alleen omdat het gebabbel over de onpartijdigheid van de jury een gebed zonder eind en misschien zelfs God lijkt te zijn maar vooral omdat het de MC geen eer aan doet. Hij is nice: zijn set is veelzijdig, de rhymes zijn clever en DJ Craz-E is geweldig. Ondanks dat het de MC even wat tijd kost om op gang te komen rockt hij met de laatste tracks de balans alsnog terug naar level ‘baas!’.

Met de vierde act blijft de energie hoog maar wordt het roer absoluut omgegooid. Elk jaar zijn er wel artiesten die met hun hele hebben en houden aan de elasticiteit van de categorie hangen en dit jaar is Ronnie Flex één van deze bungeejumpers. De show is van alles wat. Een hoop adrenaline, een beetje rap, een vleugje gabber, een DJ die gezellig met haar armen swagt maar de apparatuur verder nauwelijks aanraakt en een meer dan indrukwekkende mosh pit die eraan herinnert dat over smaak niet te Twitteren valt. Het einde van zijn show vormt het startsein voor de theorieën over waarom hij “zeker weten” de finale haalt en wint. De weddenschappen verschillen qua inzet en overtuiging maar er is één rode draad waar de gokkers massaal over struikelen: “Het is geen Hiphop!” Vergeleken met oud-GPNLers als Dret en Krulle, 1duidig of Evenwicht klinkt het inderdaad als hockeyrap, de soundtrack van een generatie die RZA alleen kent als ‘die dude van Californication’. Maar interessanter dan de kwestie of hij wel of niet real is, is de vraag wat de hierover klagende, uiteindelijke finalisten doen als ze half december het podium met hem zouden moeten delen. Zullen er boys zijn die zich uit onvrede of hoogmoed terugtrekken uit de competitie of bereiken de kritische noten slechts een indrukwekkende octaaf wanneer de uiteindelijke winnaar bekend is gemaakt?

MC Fit brengt ons terug naar de wedstrijd en kondigt de Haagse Kingstreet aan. Als ik een hooligan was dan zouden dit m’n boys zijn en als ik ooit een auto strip dan is dit wat ik neurie. Dat de geloofwaardigheid van de teksten nimmer ten koste gaat van de aanstekelijkheid van de nummers is bewonderenswaardig; ook het feit dat de show er met vier en later vijf MC’s toch georganiseerd uit blijft zien, verdient een compliment. Maar het publiek lijkt moe en de pit is absoluut minder mosh dan de heren verdienen.

Cal, de laatste act van de avond, is als eerste Hiphop-act verzekerd van een finaleplek. Zijn band is on point en hij bewijst dat zelfvertrouwen er, zonder af te doen aan de levendigheid van de performance, best uit mag zien als een kalm soort cool. Misschien was hij niet de gedoodverfde avondwinnaar maar dat hij het absoluut verdient om één van de zes finalisten te zijn, maakte hij tijdens zijn set meer dan duidelijk. Of zijn er mensen die doen alsof Cal alleen door is omdat bij hem als enige act het hokje “met band” aangevinkt kon worden?

Bezoekers die alle shows gezien hebben, kunnen hun verbazing hooguit baseren op het feit dat er donderdag meer keus was dan ze verwacht hadden. Wellicht vond een aantal mensen dat ‘hun act’ onrecht is aangedaan en misschien zijn de conspiracy theories over de Hiphop-categorie wel net zo’n vast onderdeel van de Grote Prijs als de inschrijvingen. Maar eerlijk is eerlijk… wie zelfs na deze shows de Paradiso met een ‘Hiphop ain’t shit!’-gevoel verliet, illustreert meer een persoonlijk gemak dan een collectief gebrek.

Zaterdag staan Xterne Ruis, Discipline & Rather Real, Abou, O.M.E.G.A., Ares en Flow&CO tijdens de tweede halve finale in De Gigant (Apeldoorn). Via de website van de Grote Prijs kun je stemmen op jouw favoriete deelnemer. De halvefinalist met de meeste publieksstemmen gaat direct door naar de finale.

Advertisement

About Zeefuik

Zeefuik is an Amsterdam based writer and organizer whose work focuses on imagery, representation, anti-Black racism, (digital) archives and the undocumented members of the Black communities in the Netherlands.

Posted on September 2, 2012, in Dutch pieces, NL-based Hiphop. Bookmark the permalink. Comments Off on GPNL: Hiphop – halve finale #1.

Comments are closed.

%d bloggers like this: